Premier League-clubs die het meest hebben uitgegeven aan ontslagvergoedingen voor managers
Het ontslag van Ange Postecoglou als manager van Nottingham Forest vorige week, minder dan 20 minuten nadat zijn ploeg thuis met 0-3 had verloren van Chelsea, was al de derde managerswissel in de Premier League dit seizoen — en de tweede bij Forest, terwijl er pas acht wedstrijden gespeeld zijn.
Forest-eigenaar Evangelos Marinakis, die eerder botste met ex-hoofdcoach Nuno Espírito Santo (nu manager van West Ham United), heeft dit seizoen snel gehandeld. De voormalige Tottenham-manager Postecoglou werd na slechts 39 dagen ontslagen, als prijs voor een reeks zonder overwinning die al genoeg twijfel had gezaaid in het hoofd van Marinakis om een besluit te nemen.
De belangen zijn enorm in de Premier League. Voor elke club buiten de zogeheten ‘big six’ — die in werkelijkheid te groot zijn om te mislukken, zelfs als ze, zoals Manchester United vorig seizoen, hun slechtste jaargang van het Premier League-tijdperk draaien — draait het om beslissingen die hen moeten helpen zich te plaatsen voor Europees voetbal, en dan met name de Champions League.
Voor de rest, al zijn de kansen voor sommigen kleiner, is het in de eerste plaats zaak om degradatiezorgen af te wenden. De financiële prijs voor het wegvallen uit de Premier League is aanzienlijk en kan catastrofaal zijn als een onmiddellijke terugkeer naar het beloofde land uitblijft. Ondanks parachutebetalingen die de val over drie jaar enigszins dempen, is een omzetdaling tot wel 40% geen uitzondering.
Daarom worden er soms snelle keuzes gemaakt over de toekomst van managers, en wordt de kostenpost van het ontslaan van degenen die de lat niet halen gezien als een noodzakelijke uitgave om de grote inkomstenstromen die bij het Premier League-lidmaatschap horen, te beschermen. Ontslagvergoedingen zijn duur om uit te keren, maar vaak niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat vergeleken met de kosten van degradatie — of met het mislopen van lucratieve Champions League-inkomsten, die ook de mogelijkheden om binnen de PSR-regels (profit and sustainability regulations) te blijven investeren en versterken aantasten.
Hoe meer ontslagen, hoe hoger de totale vergoedingen voor managers en hun staf. Het wijst ook op een gebrek aan strategie en werpt vaak een slecht licht op de besluitvorming van eigenaren of degenen die zij hebben aangewezen om de knoop door te hakken.
Wie gaf de afgelopen vijf jaar het meest uit aan het afkopen van contracten van trainers die tekortschoten?
Chelsea (€47,2 mln — Frank Lampard, Thomas Tuchel, Graham Potter, Mauricio Pochettino)

De trainerscarrousel op Stamford Bridge is niets nieuws onder de huidige eigenaren Todd Boehly en Clearlake Capital (sinds mei 2022); het is al langer onderdeel van Chelsea, terug tot de tijd van Roman Abramovitsj. Met zoveel investeringen worden ook prestaties op het veld verwacht, en als managers die niet leveren, is het geduld beperkt.
Het ontslag van Frank Lampard in 2021 leverde hem circa €2,4 mln op aan vertrekvergoeding — relatief bescheiden. Toen echter de huidige bondscoach van Engeland, Thomas Tuchel, vroeg in het Boehly/Clearlake-project werd ontslagen na onenigheid over de clubstrategie, bedroegen de kosten voor hem en zijn staf circa €17,7 mln.
Daarna kwam Graham Potter. Let op: in deze analyse tellen we geen afkoopsommen voor het aanstellen van managers mee. Zou je die wel meetellen, dan zou er €25,4 mln extra ‘verkwist’ geld bijkomen — het bedrag dat de Blues in september 2022 aan Brighton & Hove Albion betaalden om hem los te weken.
Potter hield het slechts zeven maanden en 31 wedstrijden vol bij Chelsea voordat hij vanwege slechte resultaten vertrok; zijn ontslagvergoeding bedroeg circa €15,3 mln. (Hij werd later aangesteld en ontslagen bij West Ham United en werd deze week bondscoach van Zweden.)
Vervolgens kwam Mauricio Pochettino. Ondanks een contract voor slechts twee jaar kostte het ontslag van de huidige bondscoach van de Verenigde Staten de club ongeveer €11,8 mln. Enzo Maresca doet het vooralsnog beter dan zijn voorgangers, maar het uitgavenpatroon aan ontslagen trainers is geen reclame voor het eigendom.
Tottenham Hotspur (€44,8 mln — José Mourinho, Nuno Espírito Santo, Antonio Conte, Ange Postecoglou)

Het tijdperk-Daniel Levy bij Spurs is inmiddels enkele weken voorbij. Er staat een wereldklasse-stadion en de balans oogt sterk, maar goede keuzes maken qua managers was de laatste vijf jaar niet de grootste kwaliteit van de leiding.
Het vertrek van José Mourinho in 2021 kostte ongeveer €18,9 mln. De zeer korte periode van landgenoot Nuno Espírito Santo leverde na vier maanden al een vertrekvergoeding van circa €16,5 mln op.
Daarna volgde Antonio Conte, wiens ontslag bij Chelsea in 2018 meer dan £25 mln kostte, al ging het bij zijn vertrek bij Spurs in 2023 om een veel bescheidener som van €4,7 mln — hetzelfde bedrag dat de Australische manager Ange Postecoglou meekreeg toen hij aan het einde van vorig seizoen werd ontslagen (€4,7 mln).
Manchester United (€28,9 mln — Ole Gunnar Solskjær, Erik ten Hag)

Het zwaard van Damocles hing recent ook even boven het hoofd van de huidige manager Rúben Amorim, maar gezien wat er al aan ontslagen is gespendeerd, is het niet vreemd dat de voormalige trainer van Sporting CP meer tijd heeft gekregen.
Clublegende Ole Gunnar Solskjær stapte in 2021 na 168 duels en bijna drie jaar op. Het beëindigen van zijn dienstverband en dat van zijn staf kostte ongeveer €11,8 mln.
De komst van de Nederlander Erik ten Hag naar Old Trafford moest een nieuw succesvol tijdperk inluiden na zijn indruk bij Ajax. Maar zijn vertrek 12 maanden geleden kostte de club €17,1 mln.
Everton (€24,3 mln — Carlo Ancelotti, Rafael Benítez, Frank Lampard, Sean Dyche)

Everton ontving circa €5 mln van Real Madrid toen Carlo Ancelotti in 2021 Goodison Park verruilde voor het Bernabéu, maar het ontslaan van managers bleek een dure hobby voor een club die de afgelopen vijf jaar financieel toch al een zware tijd had.
Rafa Benítez was vanaf dag één omstreden onder veel Evertonians; zijn vertrek in 2022 kostte ongeveer €12,4 mln, geboekt als ‘exceptionele operationele kosten’ in het boekjaar 2021/22.
Daarna volgde Frank Lampard, wiens ontslag in de jaarrekening 2022/23 als €8,4 mln werd verantwoord. De exacte bedragen rond het vertrek van Dyche en zijn staf vorig seizoen zijn nog niet openbaar (komen in de cijfers 2024/25), maar een redelijke schatting is ongeveer €3,5 mln.
Wolverhampton Wanderers (€15,9 mln — Nuno Espírito Santo, Bruno Lage, Julen Lopetegui, Gary O’Neil)

Toen Nuno in mei 2021 na vier jaar afscheid nam, gebeurde dat na afloop van een Premier League-seizoen en met wederzijds goedvinden. Maar met twee jaar op zijn contract over had hij recht op een afkoopsom, vermoedelijk rond €3,5 mln.
Zijn opvolger Bruno Lage vertrok in oktober 2022 met iets minder dan twee jaar resterend; op vergelijkbare voorwaarden kwam de afkoopsom eveneens rond €3,5 mln uit (volgens branche-analyses).
Julen Lopetegui, destijds de best betaalde manager in de clubgeschiedenis, vertrok iets meer dan een jaar na het tekenen van een driejarig contract. Hoewel er geen exact bedrag is vermeld, wijst de toelichting in de jaarrekening (“operationele kostenbesparingen werden grotendeels tenietgedaan door het vertrek van de vorige coach en staf”) op ongeveer €4,7 mlninclusief personeel.
Zijn opvolger Gary O’Neil had vergelijkbare voorwaarden; rekening houdend met de resterende contractduur (ongeveer 18 maanden) komt zijn vergoeding iets lager uit, rond €4,1 mln.
Nottingham Forest (€12,4 mln — Chris Hughton, Steve Cooper, Nuno Espírito Santo, Ange Postecoglou)

Chris Hughton vertrok in 2021 uit de Championship voor circa €1,2 mln, met ongeveer een jaar contractresterend.
Steve Cooper kwam over van Swansea City; die afkoopsom bedroeg €1,8 mln (niet meegeteld in de totaalanalyse). Zijn ontslag in december 2023 kostte, met twee jaar resterend, ongeveer €3,5 mln.
Het ontslag van Nuno in september bij Nottingham Forest — de relatie met Marinakis was tegen het einde van vorig seizoen bekoeld — zal op basis van zijn salaris en resterende looptijd rond €7,1 mln hebben gekost, terwijl het zeer korte dienstverband van Postecoglou een extra last van ongeveer €4,1 mln opleverde.
West Ham United (€10,0 mln — David Moyes, Julen Lopetegui, Graham Potter)

Toen David Moyes aan het einde van 2023/24 vertrok, was dat vooraf overeengekomen bij een aflopend contract — geenvergoeding verschuldigd.
Lopetegui, zijn opvolger, vertrok in januari 2025 maar had een vooraf afgesproken clausule die hem recht gaf op circa €4,1 mln bij ontslag — effectief 12 maanden salaris.
Potter tekende in januari voor tweeënhalf jaar; met twee jaar resterend wordt zijn vergoeding op ongeveer €5,9 mln ingeschat.
Newcastle United (€9,4 mln — Steve Bruce)

De overname van Newcastle United door het Saudische Public Investment Fund (PIF) eind 2021 betekende feitelijk het begin van het einde voor Steve Bruce. De relatie met de fans was bekoeld en PIF wilde een statement maken; twee weken na de overname moest hij vertrekken — goed voor ongeveer €9,4 mln aan vergoeding.
Aston Villa (€8,3 mln — Dean Smith, Steven Gerrard)

Dean Smith vertrok in 2021 na de promotie terug naar de Premier League; dat kostte Villa circa €2,4 mln en effende de weg voor de dure komst van Steven Gerrard van Rangers, wat €5,3 mln kostte om hem los te weken (niet meegeteld in de totaalanalyse).
Gerrard vertrok na 11 maanden. Hoewel het exacte bedrag niet apart is gespecificeerd, wordt zijn ontslagvergoeding geschat op circa €5,9 mln (ongeveer 12 maanden salaris).
Leeds United (€7,7 mln — Marcelo Bielsa, Jesse Marsch, Javi Gracia)

De populaire Marcelo Bielsa, de man die Leeds in 2020 terugbracht naar de Premier League, kreeg in februari 2022 zijn ontslag — een niet onomstreden beslissing gezien de hoge waardering onder de fans. De kosten voor zijn vertrek staan in de jaarrekening 2021/22: €4,1 mln.
Zijn opvolger Jesse Marsch stond een jaar aan het roer en vertrok eveneens; hoewel de jaarrekening 2022/23 het bedrag niet specificeert, schatten branchekenners zijn vergoeding op ongeveer €3,5 mln.
Javi Gracia had een flexibel contract en bleef 12 wedstrijden; Sam Allardyce nam daarna kortstondig over. Voor beiden is geen compensatie uitgekeerd.
Lees meer op Voetbaltripsengeland
