Nu aan het laden
×

ATS: Oranje-honkballers houden in 2011 met bijzondere mix grootmacht Cuba van WK-goud

ATS: Oranje-honkballers houden in 2011 met bijzondere mix grootmacht Cuba van WK-goud

Hij heeft de bal thuis liggen, vertelt Jonathan Schoop, veilig opgeborgen. De bal waarmee de Nederlandse honkballers in 2011 geschiedenis schreven. De bal die de derdehonkman uit de lucht plukte, waarmee hij Oranje in de WK-finale aan een nieuwe zege (2-1) op het machtige Cuba hielp en de sensatie compleet maakte.

“Onwerkelijk”, kijkt voormalig honkbalprofessional en oud-bondscoach Robert Eenhoorn terug in Andere Tijden Sport. “Nederland als wereldkampioen… We hadden wel het doel om tegen de wereldtop aan te komen, maar dat vonden mensen vaak al niet realistisch.”

Eenhoorn was bij die stunt in Panama niet meer direct betrokken – hij was inmiddels technisch directeur bij de honkbalbond – maar zijn rol in de aanloop naar dat succes is onmiskenbaar.

De korte stop c.q. tweede honkman maakte in de jaren tachtig furore in de Nederlandse hoofdklasse, vertrok vervolgens naar de Verenigde Staten, het honkbalmekka, om eind jaren negentig weer terug te keren. De Rotterdammer ging in 2000 mee naar de Olympische Spelen in Sydney, waaraan voor het eerst ook profs mee mochten doen.

Olympische stunt

Dat bracht al een eerste kentering teweeg bij de Nederlandse honkbalploeg, die tot dan in Europa tot de toplanden behoorde, maar wereldwijd weinig voorstelde. Oranje begon met winst op gastland Australië en verloor vervolgens van Japan en de VS.

“En daarna kwam de bekende wedstrijd tegen Cuba natuurlijk. Die hadden nog nooit verloren op de Olympische Spelen. Maar wij waren het eerste land dat het lukte om van ze te winnen.”

Het werd 4-2. Brian Farley, de Amerikaanse assistent-trainer van bondscoach Charles Urbanus jr., herinnert zich de berichtgeving in de Amerikaanse kranten nog goed. “Ze noemden het de derde grootste upset aller tijden.”

De olympische stunt kwam in het rijtje te staan bij de ijshockeywinst van het Amerikaanse studententeam op de Russische staatsamateurs op de Spelen van Lake Placid (1980) en de Russische basketbalzege op de VS in de slotseconde op de Spelen van München (1972).

Atletisch vermogen en power

Na het toernooi in Sydney ging Eenhoorn verder als bondscoach. Hij bracht niet alleen zijn Amerikaanse ervaringen en hartstochtelijke wil om te winnen mee, maar selecteerde ook niet langer louter spelers uit de Nederlandse hoofdklasse. Hij riep ook Antillianen op die nog nooit in ons land hadden gespeeld.

“Die gaven het team met hun atletisch vermogen en power meer body. Maar we hadden ook spelers uit Nederland die misschien fysiek wat minder waren, maar die wel het spel heel goed konden lezen. Het was uiteindelijk een heel mooie mix van spelers die complementair aan elkaar waren.”

Maar een paar Europese titels en enkele succesvolle edities van de Haarlemse Honkbalweek ten spijt, een hechte groep wilde die mix van Hollandse jongens en Antillianen maar niet worden. De culturele verschillen speelden regelmatig op.

De honkbalbond trachtte die kloof te verkleinen door trips naar de Antillen. “Ik denk dat dat heel belangrijk is geweest”, zegt oud-catcher Sidney de Jong. “De les was dat we goed naar elkaar moesten luisteren, elkaar respecteren en ons in elkaar moesten verdiepen.”

Teambuilder

Met de aanstelling in 2010 van de als teambuilder bekendstaande Farley als bondscoach werd een volgende stap voorwaarts gezet. “Niet is bepalend waar je vandaan komt”, predikt hij, “maar hoe je met elkaar omgaat. Elk mens wil bewijs ontvangen dat hij ertoe doet. That crosses all cultures.”

Die visie betaalde zich uit op het WK in Panama, waar Nederland menig topland versloeg, waaronder olympisch kampioen Zuid-Korea. En ook het nog altijd schier onverslaanbare Cuba werd met 4-1 geklopt, een zege die meteen ook goed was voor een plaats in de eindstrijd tegen dezelfde 25-voudig wereldkampioen.

“De jongens speelden om kampioen te worden”, stelt Farley met terugwerkende kracht vast. “Of om het team te helpen winnen. We bled orange when the game started, we sweated orange. Wij speelden voor de naam op de borst en niet voor de naam op de rug.”

Kontzak

Regen op de finaledag dreigde het feest te bederven. Niet per se voor Nederland, dat bij afgelasting tot kampioen zou worden gekroond omdat het Cuba eerder in het toernooi had verslagen. Maar dat was niet het gewenste scenario. De Jong: “Menigeen zou gedacht hebben: van Cuba hadden ze nooit twee keer achter elkaar gewonnen.”

Maar de regen stopte en winnen lukte ondanks een 1-0 achterstand dus wel. Mede dankzij een juiste tactische inschatting van Farley, die Bryan Engelhardt niet opzadelde met een stootslag, en natuurlijk de uitgestoken arm van Jonathan Schoop, die zich na zijn vangbal met de bal in de kontzak op zijn feestende ploeggenoten stortte.

Bij thuiskomst wachtte het team, dat aan het eind van het jaar werd verkozen tot Sportploeg van het Jaar, een huldiging en rondvaart in honkbalhoofdstad Haarlem. En voor iedere speler lag er een koninklijk lintje klaar.

Read More

Verstuur reactie