De 10 slechtste Premier League-transfers van dit seizoen tot nu toe

Premier League-clubs gaven afgelopen zomer een recordbedrag uit aan nieuwe spelers. Er werd meer dan €3,45 miljard uitgegeven. Een duizelingwekkende 155 inkomende transfers.
Absurd hoge bedragen werden door alle 20 teams in de rijkste competitie ter wereld zonder veel nadenken uitgegeven. Het Premier League-transferrrecord werd aan diggelen geschoten en er werd meer besteed dan in La Liga, Serie A, Ligue 1 en de Bundesliga bij elkaar.
Veel van de zomeraanwinsten hebben zich snel aangepast, maar voor anderen bleek het een stuk lastiger. Torenhoge prijskaartjes zijn geen garantie op succes—en meerdere teams hebben dat inmiddels aan den lijve ondervonden. Hoewel het te vroeg is om definitieve oordelen te vellen over hoe deze nieuwe aanwinsten het de komende maanden en jaren gaan doen, zijn er terechte zorgen over spelers die nog nauwelijks hun stempel drukken.
Hier zijn de 10 slechtste zomeraankopen tot nu toe, gebaseerd op de prestaties in de eerste seizoensfase.
10. Thierno Barry (Everton)

David Moyes kreeg de boel bij Everton weer wat op de rails, maar de Toffees hadden nog steeds een scorende spits nodig. Thierno Barry moest die langlopende nood eindelijk oplossen, nadat de 22-jarige een bemoedigend seizoen bij Villarreal speelde.
Barry maakte daar 11 goals en gaf 4 assists—genoeg voor Everton om ongeveer €31,1 miljoen neer te tellen. Omdat de deal begin juli rondkwam, had Barry ruim de tijd om te aarden op Merseyside.
Toch loopt het nog niet. Barry staat zelfs achter de niet overtuigende Beto en kwam in de Premier League pas tot twee basisplaatsen. In één daarvan (op Anfield) werd hij er al bij rust afgehaald; thuis tegen Brighton & Hove Albion worstelde hij een uur lang.
Barry staat inmiddels op negen optredens, maar wacht nog steeds op zijn eerste goal of assist. Hij heeft Moyes weinig laten zien om een basisplek op te eisen en het kan nog even duren voor hij zijn Everton-teller opent.
9. Mads Hermansen (West Ham United)
Mads Hermansen leek—zeker naar West Ham-maatstaven—een vrij logische aankoop, maar de 25-jarige kende een beroerde start in Londen na zijn overstap van Leicester City voor ongeveer €23,0 miljoen.
Meerdere grote fouten zorgden ervoor dat hij al snel uit beeld raakte, terwijl hij het seizoen nog begon als eerste keeper onder Graham Potter. Nuno Espírito Santo heeft er vooralsnog niet voor gekozen om Hermansen weer onder de lat te zetten.
Hermansen incasseerde 11 goals in 4 duels voor West Ham en staat inmiddels weer achter Alphonse Areola in de pikorde. Miljoenen uitgegeven, en de Hammers zijn weer terug bij af.
De enige verzachtende omstandigheid is de lekkende defensie vóór hem, maar door zijn eigen missers kan hij moeilijk met de vinger naar anderen wijzen.
8. Anthony Elanga (Newcastle United)

Anthony Elanga was weer zo’n United-academyjuweel dat door de mazen glipte. Bij Nottingham Forest ging de pijlsnelle winger juist floreren, met een ijzersterk 2024/25 (18 doelbijdragen).
Sinds zijn transfer naar Newcastle United voor ongeveer €63,3 miljoen is het niet gelukt om te scoren of te assisteren: in 10 optredens maakte hij geen indruk. De Tynesiders begonnen zonder echte spits en Elanga was een van de slachtoffers, maar de 23-jarige biedt tot dusver vooral snelheid.
Hij kreeg vlak voor de interlandbreak nog een basisplek tegen zijn oude club Forest, maar zat in de drie voorgaande competitieduels weer op de bank. Met concurrentie van Anthony Gordon, Harvey Barnes en Jacob Murphy is zijn situatie lastig.
7. Jean-Clair Todibo (West Ham United)
West Ham had Jean-Clair Todibo na zijn huurperiode graag naar Nice teruggestuurd, maar door een verplichte koop moesten de Hammers in de zomer alsnog ongeveer €37,8 miljoen betalen.
Todibo stelde niet alleen op het veld teleur; disciplinaire zaken zorgden al snel voor frictie met Potter, nog vóór diens ontslag. Onder Espírito Santo, die defensieve organisatie heilig verklaart, is een terugkeer onwaarschijnlijk.
West Ham heeft wel vaker grote sommen onhandig besteed en Todibo is daar opnieuw een voorbeeld van. Tenzij er een wonderbaarlijke ommekeer volgt, heeft hij geen toekomst bij de club.
6. James Trafford (Manchester City)
James Trafford maakte een droomterugkeer naar Manchester City voor ongeveer €35,7 miljoen, twee jaar nadat hij aan Burnley was verkocht. Hij keerde terug met wat te bewijzen—maar zit nu vooral vastgekluisterd aan de bank.
De onverwachte komst van Gianluigi Donnarumma duwde Trafford meteen omlaag in de hiërarchie. Weinig keepers ter wereld kunnen Donnarumma realistisch uitdagen om het rugnummer 1.
Achteraf bezien was deze stap onverstandig. De 23-jarige wil graag mee naar het WK 2026 met Engeland, maar zijn speeltijd wordt schaars—en zijn beroerde optreden tegen Tottenham in augustus hielp ook niet.
5. Alexander Isak (Liverpool)

De Alexander Isak-soap domineerde de window. Newcastle hield de poot stijf in de onderhandelingen met Liverpool, maar de Zweed forceerde uiteindelijk zijn droomtransfer naar Anfield.
Isak kwam voor een Premier League-record van ongeveer €144,0 miljoen—de veronderstelde laatste puzzelstuk. Met de productieve 26-jarige in de spits leken back-to-back titels bijna een formaliteit.
Maar omdat hij de complete voorbereiding bij Newcastle miste (na een transferstaking), werd Isak door Arne Slot rustig gebracht. Hij rouleert met Hugo Ekitiké, die juist uitstekend begon, en Isak oogt nog duidelijk niet in topvorm.
Dat hij kwaliteit heeft, staat buiten kijf; op Tyneside heeft hij dat vaak genoeg bewezen. Maar voor een recordtransfer is de start teleurstellend.
4. Yoane Wissa (Newcastle United)
Als vervanger voor Isak haalde Newcastle onder meer Yoane Wissa. De deal leek vaak te klappen, maar uiteindelijk betaalden de Magpies ongeveer €63,3 miljoen aan Brentford.
Newcastle betaalde vermoedelijk te veel. Brentford rook de nood en dreef de prijs op, nadat Wissa weliswaar een topseizoen had gedraaid met 19 Premier League-goals.
Een knieblessure betekent echter dat Newcastle-fans hem nog niet in actie zagen. Hij droeg de zwart-witte trui nog niet en zal, eenmaal fit, tijd nodig hebben om wedstrijdritme op te doen—hij speelde sinds eind vorig seizoen pas twee keer officieel.
Wissa kan bruikbaar zijn in de breedte (competitie én Europa), maar zijn prijskaartje is pittig voor zijn leeftijd en gebrek aan topclub-ervaring.
3. Jamie Gittens (Chelsea)

Alleen Liverpool gaf in de zomer meer uit dan Chelsea, met Jamie Gittens als één na duurste aanwinst: ongeveer €59,3 miljoen. De druk was meteen hoog, zeker gezien de veelbelovende starts van positiegenoten Alejandro Garnacho en Estêvão.
Gittens begon tam. Zeven optredens, waarvan drie als basisspeler, en weinig om Enzo Maresca echt te overtuigen.
Snel en direct is hij zeker, maar de finesse om constant te leveren ontbreekt voorlopig. Dit is niet langer wekelijks tegen poreuze Bundesliga-defensies.
De 21-jarige heeft enorm potentieel—daarom betaalde Chelsea de hoofdprijs—maar de flitsen zijn nog schaars.
2. Milos Kerkez (Liverpool)

Andy Robertson werd gezien als de zwakke schakel in het kampioensteam van Liverpool en Milos Kerkez kwam van Bournemouth voor ongeveer €46,1 miljoen om hem te vervangen. Robertson is nog altijd in de selectie, maar het plan was dat Kerkez zou starten.
Dat gebeurde in de eerste weken ook, maar wellicht niet lang meer. Kerkez begon uitermate stroef en maakt deel uit van een onwennige, alarmerend lekke defensie.
De 21-jarige werd bij zijn officiële debuut fysiek afgetroefd door oud-ploeggenoot Antoine Semenyo en sindsdien is het niet veel beter geworden. Af en toe een degelijk potje maskeert de problemen niet; als aanvallende back oogt hij dit seizoen vaak te traag en te wild.
Tegen Burnley werd hij zelfs al vóór rust gewisseld omdat hij tegen een rode kaart aanzat. Hij moet snel schakelen.
1. Florian Wirtz (Liverpool)

De grootste tegenvaller van alle aankopen? Florian Wirtz. De aanvallende middenvelder kwam voor ongeveer €133,6 miljoen en heeft nog geen goal of assist voor de regerend kampioen.
Wirtz was vroeg in het window een statement-aankoop en zijn voorbereiding leek bemoedigend. In de Community Shield was hij zelfs een van Liverpool’s betere spelers in de nederlaag tegen Crystal Palace.
Sinds het echte werk begon, stokt het. Geen enkele doelbijdrage in negen duels, slordig aan de bal, zwak in duels en vaak onzichtbaar in de laatste fase.
Net als bij Isak spreekt de tijd in zijn voordeel—het talent is onmiskenbaar. Maar Liverpool weet nog niet hoe ze de 22-jarige optimaal moeten benutten en zijn vorm kost hem inmiddels bijna een basisplaats in de ploeg van Slot.
Lees meer op Voetbaltripsengeland